After the work is done there are cookies and coffee and chatting and walking through the marvelous garden of the poet...
The first poems I read written by Marleen De Crée was the book 'Brieven aan Plinius' from which an example follows:
ik zeg je, Plinius, het is september.
de dichters keren in ’t getij.
vruchten rijpen aan de warme muren,
vergeet dat niet: het zijn de laatste uren
van de zomer. warmte, niets kan nog gebeuren.
het zijn de stille dagen van het jaar,
want alles wordt geduldiger gedragen
in veelvoud van de laatste dracht.
september weet wat dierbaarheid betekent
en liefde tekent schaduwen van was.
ik zeg: voorzichtigheid werd ooit berekend
aan de contouren van een waterglas.
de druiven, Plinius, de laatste schragen
van wat een dichterzomer was.
de dichters keren in ’t getij.
vruchten rijpen aan de warme muren,
vergeet dat niet: het zijn de laatste uren
van de zomer. warmte, niets kan nog gebeuren.
het zijn de stille dagen van het jaar,
want alles wordt geduldiger gedragen
in veelvoud van de laatste dracht.
september weet wat dierbaarheid betekent
en liefde tekent schaduwen van was.
ik zeg: voorzichtigheid werd ooit berekend
aan de contouren van een waterglas.
de druiven, Plinius, de laatste schragen
van wat een dichterzomer was.
***
I tell you, Plinius, it is September
poets turn in the tide.
fruit ripens on warm walls,
don’t forget: these are the last hours
of summer. warmth, nothing can happen still.
it are the quiet days of the year,
because more patiently all is carried
in multiples of the last gestation.
September knows what fondness means
and love draws shadows of wax.
I say: once prudence was calculated
by the outline of a water glass.
the grapes, Plinius, the last trestles
of what a poet’s summer was.
This is the first poem in the upcoming bilingual book 'sequenza', published by world internet books
No comments:
Post a Comment